Woensdagmiddag; vrij. Ik verheug mij er weer enorm op. Lekker voetballen in het Beatrixpark, zoals ik bijna elke woensdagmiddag doe. Ik zit weliswaar in de 2e klas van de ‘grote’ school, maar volgens mij kan ik het met een minimale inspanning aan huiswerk wel redden. Trouwens, na zo’n ochtendje Latijn, kan toch geen mens verlangen dat je meteen aan je huiswerk gaat. Elke jonge scholier heeft zijn ontspanning hard nodig en zeker een grote voetballer in spé. Dus naar buiten.
“Regen” verder lezenBlokkade (1)
De weg door de polder lijkt vandaag langer dan anders. Louise drukt haar gaspedaal nog eens extra in. Mistflarden belemmeren haar zicht.
Vanuit het niets doemt een rood-wit hek op. Een man, gekleed in het zwart met een lichtgevende band geeft een stopteken. Hij komt haar vaag bekend voor. Ze opent haar portier.
“Blokkade (1)” verder lezenOnbeschreven
Hij bouwt windmolens van briefpapier
woorden vervagen in de vouwen
zinnen die elkaar eerst niet zagen
liggen boven op elkaar
Zijn tranen maken vlekken
verdrinken woorden
brengen nieuwe vormen voort
op een bedorven wit papier
En als hij lacht
kraken de vouwen
buigen zinnen met hem mee
De buitenkant is slechts beschreven
met de beelden
die hij reflecteert
Van binnen is het de leegte
die zijn angst om falen
registreert
Bewonderaar
Ze was blij dat ze thuis was. De dagelijkse woon-werkreis viel haar steeds zwaarder. De volle trein, dagelijks dezelfde gezichten. De man met de hoed, het jonge meisje met haar bekertje yoghurt met gezonde granen. De twee collega’s die dagelijks de wereldproblematiek al hadden opgelost, voordat de trein er was. Het benauwde haar. “Bewonderaar” verder lezen
Wij zijn niet bang!
‘Koetje, koetje, koetje’… terwijl we deze woorden zo overtuigend en ook zo lief mogelijk fluisteren, lopen we langs een kudde roestbruine ossen. “Wij zijn niet bang!” verder lezen
Station
Het begon als een doodgewone, doordeweekse ochtend. Ik stond in alle vroegte op het station, samen met tientallen andere forensen en natuurlijk heel veel scholieren en studenten. Eigenlijk was het me te vroeg en te druk. Een beetje somber bande ik visioenen van overvolle treinen uit mijn hoofd – een zitplaats veroveren in deze overvolle spitstrein, die illusie had ik allang laten varen. “Station” verder lezen