Op haar meisjeskamer
zijn de gordijnen half open
De knuffels liggen
onder het bed
Ze droomt
het grote mensenleven
Er klinkt
muziek in majeur
Haar raam is
het zicht op de wereld
Nog van alles
kan ze worden
In haar eetkamer
doet ze de gordijnen open
Geen knuffels meer
op de grond
Ze denkt aan
haar kinderleven
Op de radio
muziek in mineur
De wereld
komt binnen
Gedachten aan
Herinnering en nieuwe dromen
Het tegenovergestelde van onsterfelijk
Kun je sterven,
Als je niet leeft?
Als de dood
In je opstaat
Na een rusteloze nacht
Als het aanschuift en
Mee-eet en
Bepaalt dat je lacht
Kun je sterven,
Als je niet geeft
Om de zon
Die verwarmt
Een geliefde omarmt
Een te komen verlies
Van te voren herdacht
Het geschenk onaangeroerd
Je eeuwig verwacht
Kun je sterven
Als je niet voelt?
Wat bedoelt
Maar niet echt
En je weet wel
Je vecht
Wat de strijd weer vergroot
Kun je leven
Als de dood?
Wisseling
harde rook knalt tegen opgebouwde stenen
kaatsende geluiden in de ijle lucht verdwenen
in de schaduw van een donkere nacht
wanneer getallen wisselen van de wacht
en de wereld even tijdloos maken
maar ook het vlies van de beschaving raken
een nieuwe tijd wordt voorbereid
maar wie de waan heeft over tijd
te heersen en zelf daarover gaat
weet voor even dat hij bestaat
totdat lawaai verstomd tot rust gekomen
de tijd zijn plaats weer heeft genomen
en de dag gewoon weer verder gaat
Realiteit
Want waar anders was de
waarheid
dan in de plaatsen waar we
woonden en waar
jouw ziel nog rondwaart
Zo beschreven bestaat er
geen verschil tussen
liefde en verlies
of hoogstens
leegte die waardevol
en dierbaar is
Ontmoeting
Ik zag je net nog
In een houding, een gezicht
In een geur en in gedachten
Ik zag je net nog
En ook niet
Tijd verstrijkt en tijd verzacht
Tijd verwijd en tijd verdicht
Ik zag je net nog, in het licht
Jouw gezicht
Naar Terschelling
Lege tuin
Ik zag de eerste egel van dit jaar
Op zijn vertrouwde route
Als altijd
En de kikkers zijn er weer
In hun vaste poeltje
En soms ook, vaste prik, hupsend
door de struiken
De roos bloeit voorzichtig haar
derde bloem, de braam staat voor
de zoveelste keer in bloei met
ontelbare bloemen. En ook hier
zoemt de tuin. Als vanouds.
Koolmeesjes zijn terug met hun
kroost
De merel jaagt traditiegetrouw alle
concurrenten weg
Alles gaat zoals het altijd gaat
Alles is hetzelfde
Maar jij bent weggegaan
En alles is nooit meer hetzelfde
Gebroken tijd
Vandaag speel ik weer gisteren
Sla de dag een keer terug
Laat de wijzers mij vertellen
Van we gingen veel te vlug
Twee horloges, vier agenda’s
Keurig in een leven langs elkaar
Ik blader terug naar uren eerder
Maak een afscheid ongedaan
Hoor de liefde in mijn zwijgen
Voel de woorden die ik niet zong
Wij voor eens
Jij voor eeuwig
Nu de tijd het van ons won.
Noordzeekind
Passant
Hoe we straalden als we elkaar zagen
giechelden om alles, huilden
als vriendjes ons dumpten, door de
slappe lach van de bank gleden
Wanneer wilden we niet meer dezelfde
lippenstift, sijpelde twijfel in stiltes, werden
omhelzingen onhandig deelden we verdriet niet meer?
Vergaten we verjaardagen, wurmden
leugentjes zich in waarheden glipten
schimpscheuten tussen woorden?
Mijn ogen herkennen dierbare
contouren voor me in de rij mijn
hart danst mijn mond roept je naam
je ogen worden groot
je loopt weg
lang kijk ik je na