Hij is zo dichtbij geweest. Een flard van een lome zomeravond komt boven drijven. Op bed, het laken half over haar heen. Met zijn vinger de sproetjes op haar rug volgen. Zo dichtbij. En toch heeft hij haar niet gezien. Niet echt.
“Ik zag je nooit” verder lezenGroenafval, oftewel: vertrouw nooit je buurman
Zo op het eerste gezicht lijkt het erop dat de buurman groenafval aan het ruimen is. De hele dag in de tuin gewerkt, hij kan niet alles kwijt in de groene bak, dus hup, die takken achterin de auto en naar de vuilstort ermee. Maar ik weet wel beter.
“Groenafval, oftewel: vertrouw nooit je buurman” verder lezenMövenpickpassie
Het vrachtwagentje hobbelt zo dat het sjekkie uit Jan z’n mond valt. ‘Godverrrr…’ Hij vist het van z’n vale spijkerbroek. Het is ook veel te heet om te werken. Het is dat zijn baas in dit soort dagen een dubbele omzet draait, anders zou hij lekker op z’n balkon gaan zitten, met z’n poten in een teiltje koud water.
“Mövenpickpassie” verder lezenNooduitgang
Mark Rutte heeft zojuist zijn doodsvonnis getekend. Zoveel mogelijk thuiswerken. Als medewerker van een overheidsorganisatie weet hij wat dat betekent: zijn kantoor is het laatste dat weer open gaat. Altijd het braafste jongetje van de klas willen zijn, altijd netjes. Precies waar ze hem altijd mee plaagt. Marilou. ‘Jij bent zo braaf, je gaat nooit bij me weg. Dat durf je niet!’
“Nooduitgang” verder lezenExtra tijd
‘Moet je ze zien.’ Hij wijst naar buiten. In het klimrek op het schoolplein onder zijn bejaardenflat hangen een paar kinderen. Drie jongetjes rennen joelend over een kunstgrasveldje: er is gescoord. ‘Ze vermorsen hun tijd. Daar komen ze nog wel achter, uiteindelijk. Als het te laat is.’
“Extra tijd” verder lezenEr wat van maken
Ze zien hem niet. Zelfs al zouden ze willen. Zijn pantser is te dik. Dat was niet altijd zo; hij werd geboren als een weekdier. Zacht en weerloos zette zijn moeder hem op de wereld. Waarom leerde ze hem niet voor zichzelf op te komen? Op de lagere school ging het nog wel. In het kleine dorp waarin hij opgroeide kende iedereen elkaar. Tuurlijk, iemand maakte wel eens een grapje over zijn bril. Maar dat stelde niks voor vergeleken bij de middelbare school. Hij ziet zichzelf nog staan wachten in de gang, hopend te verdwijnen tussen de jassen.
“Er wat van maken” verder lezenExperiment Brandnetel
Na het zoveelste blauwtje vraagt Marjorel zich af of er geen manier is om immuun te worden voor liefdesverdriet. Na even denken heeft ze de oplossing: als het liefdesverdriet heftig genoeg is, ben je er in één klap vanaf. Zoals je het prikken van brandnetels niet meer voelt als je ooit in een flinke bos daarvan valt. Dat is het begin van Experiment Brandnetel. “Experiment Brandnetel ” verder lezen
Dame in zwart
De vorm van haar benen prikkelt mijn fantasie. Ze zijn slanker dan enig damesbeen dat ik ooit zag. Het lijken stokjes. Alleen de lichte bolling ter hoogte van haar kuiten verraadt dat de zwarte panty echte meisjesbenen omhult. Scherpe hakken laten haar benen nog langer lijken. Ze zijn torenhoog maar dat lijkt haar niet te deren. Zwierig loopt ze voor me. Zo strak vormgegeven dat ze getekend lijkt met een kleurdoos met nog maar één potlood. Zwart.
“Dame in zwart” verder lezenPierrot
Juist nu het lukt te een beetje te ontspannen zie ik het. Fietsen in het donker: ik probeer het te vermijden, maar in de winter ontkom ik er niet aan. De fotografiecursussen voor volwassen die ik geef zijn altijd ’s avonds. Dikke wolken maken deze dinsdagavond nog donkerder. Halverwege mijn derde ‘lage buik-ademhaling’ – een trucje van de psycholoog – zie ik iets oplichten op het donkere laantje. Ik trap door. Adem in… Is het een gezicht?! Stop jezelf iets in te beelden! …. Adem uit. Ik kijk naar mijn stuur en weer vooruit. Het is er nog. Een wit gezicht. Boven een pak. Wit. Ik klem mijn hand om de telefoon in mijn rechter jaszak en trap door. Vlakbij nu. Het is geen gezicht, het is een masker. Pierrot. Rode lippen, witte wangen met zwarte tranen. Hij draait zijn hoofd. Kijkt. Er is iets onmiskenbaar triests in zijn houding. Dat zit hem niet alleen de tranen. Het zijn zijn schouders, afhangend in de witte overall. Het is zijn slepende stap. Dan doe ik iets dat ik van mezelf nooit had verwacht. Ik rem en stap af. ‘Gaat het?’
“Pierrot” verder lezenVraag het nooit
Ze is niet wat je ziet. Die lach, dat is ze niet. Net zo min als die iets te blote jurk. Het zoete parfum. De pumps met priemende hakken. Dat is ze allemaal niet. Ik snap het hoor, als je het niet meteen ziet. Het heeft mij ook een tijdje gekost.
“Vraag het nooit” verder lezen